Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
De gotische kloostergang

De gotiek wordt gekenmerkt door het ritme van de traveeën. Ook in de kloostergang, die in die tijd altijd overwelfd is (of zou moeten zijn), bepalen de steunberen, die de druk van het gewelf opvangen, de indeling. Tussen deze zware elementen eist de spitsboog met zijn ranke tracering alle aandacht op. Deze opening lijkt een kerkvenster in het klein; de tracering volgt dezelfde ontwikkeling in de loop van de gotiek.
De massa van de steunberen wordt visueel verzacht door pinakels, maar vooral de waterspuwers spreken tot de verbeelding.
Meestal bevatten de traceringen geen glas. Dat kon 's winters voor de hier langdurig brevierende monnik een versterving betekenen. Omdat de kloostergang, tevens de verbinding tussen al de klooster- of kapittelgebouwen, veel gebruikt werd, is soms toch glas-in-lood geplaatst.





Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders